Als er iets is, dat Mark en mij bindt, dan is het wel onze eenduidige visie op onze gezamenlijke toekomst: We willen nooit een hond.
Voordat ik nu heel hondenminnend Nederland over me heen krijg: Ik heb niets tegen honden. Als ik mijn best doe, dan kan ik ze zelfs best een beetje lief vinden. Ik like ook altijd alle hondenfoto´s op Facebook. Soms plaats ik er – nadat ik zo´n hond eerst gedurende lange tijd aangestaard heb – zelfs een reactie bij, waarin ik dan zoiets schrijf als: ´Wat een leuke welgevormde pootjes heeft hij.´ Ik denk dat een hondenbezitter dat graag hoort. Maar bijna altijd komt er dan commentaar terug in de trend van: ´Het is geen hij, het is een zij!´ Of bij bezitters van een tekkel: `Is dit cynisch bedoeld?´ Ik heb gewoon niet zo´n feeling met honden.
Mijn moeder is als klein meisje gebeten door een hond. Deze traumatische belevenis leidde bij haar tot een spontane genmutatie. Vanaf dat ene gruwelijke moment was haar lichaam nieuw geprogrammeerd. ´Hond´ stond bij haar gelijk aan ´gevaar´. Dit gen draag ik nu ook bij me. Dat is mijn verklaring.
Mark heeft geen verklaring voor het feit dat hij geen hond wil. Net als dat sommige mensen niets met dromedarissen hebben, heeft hij niets met honden.
En dat bindt. Iedere ruzie beslechten wij met ons hondenverbond. Het is de manier om de strijd zonder enige vorm van fysiek geweld in één klap te beëindigen. Ik kan het iedereen aanraden. Mocht je een hond hebben of willen; met kanaries, of desnoods met dromedarissen, werkt het ook.
Een voorbeeld:
We staan beiden in de keuken. Mark wil een Latte Macchiato maken met de nieuwe elektrische melkopschuimer. Ik rangschik de yoghurtjes in de koelkast op smaak, maar hou hem vanuit mijn ooghoek nauwlettend in de gaten.
`Mark, je doet teveel melk in de opschuimer. Dan schuimt hij straks over.´
Mark doet of hij me niet hoort, doet er nog een extra scheutje melk bij en zet het apparaat aan.
Zestig seconden absolute zwijgzaamheid volgen. Mark ruimt wat kopjes in de afwasmachine. Ik besluit dat het zinvoller is alle yoghurtjes op houdbaarheidsdatum te ordenen en begin opnieuw.
´Mark! Ik had het toch gezegd! Kijk nou; alles gaat erover!´
Mark pakt zonder commentaar een theedoek.
`Nee! Niet de theedoek, gebruik de keukenrol! En daarna het vaatdoekje. En spoel hem goed uit, want anders gaat hij stinken.´
´Ik heb geen tips van je nodig. Dank je.´
`Wat nou, je hebt geen tips van me nodig? Je ziet toch wat er gebeurt? En niet met die lépel in de opschuimer! Wat had de verkoopster nu gezegd? Nóóit met een lepel het schuim eruit halen, want dan beschadigt het magnetisme.´
´Die lepel is van plastic.´
´Je bent echt onmogelijk!´
´Nee, jij bent onmogelijk!´
Woest haal ik nu al die onhandige kleine Duitse bekertjes yoghurt uit de koelkast. Waarom staan ze überhaupt op de bovenste plank? Hoe vaak moet ik nog zeggen, dat de yoghurt onderin moet? Yoghurtjes onderin, kaas, ketchup en kappertjes bovenin. Hoe moeilijk kan het zijn? Om mijn gedachten kracht bij te zetten, maak ik met mijn armen maaiende gebaren. De Almighurt kokos en Der Große Bauer Erbeere lukt het niet snel genoeg weg te duiken. Op de vloer spatten ze in al hun romige lodderigheid uiteen.
Zonder wat te zeggen gooit Mark me de keukenrol toe. Gevolgd door een vaatdoekje. Onwillig kijk ik hem aan.
Dan neemt hij grootmoedig de eerste stap: ´We nemen nooit een hond.´
´We nemen nooit een hond,´ beaam ik.
Meer kunnen we het niet met elkaar eens zijn. Ons verbond is bezegeld. Inniger kan een liefdesverklaring niet zijn.´
Als je nou wel een hond had gehad dan had ie met liefde even die yoghurtjes voor je opgeruimd 😛
Ik waardeer je reactie bij mijn hondenfoto’s nu nòg meer 🙂
🙂 Ik had eerst ook geschreven, dat een hond nu wel handig was geweest om alles op te likken, maar toen dacht ik: misschien mogen honden wel helemaal geen yoghurt….
Als je nu wel een hond had gehad dan had ie met liefde even die yoghurtjes voor je opgeruimd 😛
Ik waardeer je reacties op mijn hondenfoto’s nu nòg meer 🙂