´Die!´
Mijn zoon van twee gebruikt bij iedere vraag zekerheidshalve de gebiedende vorm. Zo ook bij het voorlezen.
´Dat is een bever.´
´Befuh,´ herhaalt hij braaf om mij een plezier te doen, maar zijn priemende vingertje gaat alweer naar het volgende dier: ´Die!`
´Wolf.´
`Die!´
Op de tekening staat een soort van paard met lange wimpers. Het is Maddy, één van de vele dieren die je op je zondagse wandelingetje door het Alaskaanse bos zomaar op je pad kunt tegenkomen. Het boekje is naar deze eland genoemd: ´Maddy, the Alaskan Moose.´
Het vervelende van het wonen in een internationale stad als Berlijn is, dat de mensen die er wonen ook nogal internationaal georiënteerd zijn. Net als je iemand gevonden hebt, waarvan je denkt: `Hé, jou zou ik in geval van plotseling optredende geestesnood midden in de nacht kunnen opbellen,´ ontnemen ze je die ultieme blijk van waardering, vertrouwen en toewijding, omdat ze gaan verhuizen naar een plek waar het gewoon 14.00 uur ´s middags is als jij midden in de nacht belt. In de twaalf jaar dat ik hier woon, heb ik mijn liefste vriendinnen aan Jakarta, Londen, Sint Petersburg en Alaska verloren. Wat je daarvoor dan wel weer terugkrijgt, zijn originele voorleesboekjes. Welke peuter kun je nog interesseren voor de pluizige ”avonturen” van een simplistisch konijn, als ook de bloedstollende belevenissen van lynxen en coyotes in Noord-Amerika voorhanden zijn?
Maddy is dus al sinds enige weken absoluut favoriet. Iedere avond liggen Max en ik diep onder de dekens te huiveren. En iedere avond weer komen we onverbiddelijk aan op bladzijde acht. Op bladzijde acht klampt een mollig beest zich vast aan een tak. Het is geen egel, geen aap en geen beer. Het is een ´porcupine´ lees ik. Maar ja, dát is geen Nederlands.
`Die!´ wees mijn zoon de eerste keer nog.
Ik keek hem vragend aan en haalde mijn schouders op.
`Die!´ gilde mijn zoon nogmaals ongeduldig, maar toen hij zag dat dat geenszins tot het gewenste resultaat leidde, gaf hij het creatuur zelf maar een naam: `Batsj!´
Wekenlang konden we beiden prima met ´batsj´ leven, tot ik vanochtend mijn gemakzucht met een paar venijnige tikken kordaat beëindigde en ´porcupine´ intypte.
´Oerzon´, vertaalde mijn computer. Een oerzon! Ach, natuurlijk, dat ik dat nu niet had gezien!
Ik googlede verder: Een oerzon is de Amerikaanse variant van het stekelvarken. Met zijn levensgevaarlijke stekels kan hij zelfs wolven doden. Maar om het niet zover te laten komen, klimt hij liever in zijn eigen lodderige tempo de bomen in. Daar groeien ook de lekkerste blaadjes. Vooral het verse groen aan het einde van de fragiele twijgjes is onweerstaanbaar. Helaas onderschatten oerzonnen daarbij vaak hun eigen gewicht. De corpulente beesten vallen bij bosjes uit de bomen; bijna de helft van alle oerzonskeletten vertoont geheelde botbreuken.
Oerdom die oerzon, maar voor het voorlezen vanavond hoef je me dus nauwelijks succes te wensen. De consciëntieus opgebouwde woordenschat van mijn zoon kan onveranderd blijven:
`Maxi, hoe doet de oerzon als hij uit de boom valt?´
`Batsj!´
Erg leuk,echt wat voor je kleinkindertjes ❤️❤️
Hartelijk dank voor het compliment Thea. Het houden van een speech tijdens de huwelijken van beide zoons wordt voor mij gewoon erg makkelijk. Alle info heb ik gewoon voorhanden! 🙂