In het laatste hoekhuis van de straat woonde mevrouw Rozendaal. Mevrouw Rozendaal droeg haar lichtbruine haar losjes achterover gestoken in een rommelige knot. Elke zondag ging mevrouw Rozendaal tweemaal naar de kerk. Deze kerk had zijn eigen kledingvoorschriften: alleen met zwarte kousen en een rok tot over de knieën werd je er binnengelaten. Mevrouw Rozendaal was gezegend: ieder jaar kreeg ze een kind, soms ook twee. Toen haar oudste dochter veertien was, had mevrouw Rozendaal zodoende zestien kinderen, waarvan drie tweelingen. Van één jongetje was het rechterbeen afgezet. Godzijdank was de polio de andere kinderen bespaard gebleven.
Auteur: 8erlijntje
Break a leg
´Die!´
Mijn zoon van twee gebruikt bij iedere vraag zekerheidshalve de gebiedende vorm. Zo ook bij het voorlezen.
´Dat is een bever.´
´Befuh,´ herhaalt hij braaf om mij een plezier te doen, maar zijn priemende vingertje gaat alweer naar het volgende dier: ´Die!`
Lust in de Lage Landen
Mijn man was vroeger misdienaar. Dat is heel normaal in Duitsland. En waarschijnlijk ook in het Nederland van onder de grote rivieren. Als ik de term ´Grote Rivieren´ hoor, moet ik altijd een beetje meesmuilend lachen. Stel je voor dat een Amerikaan Nederland bezoekt. Die leest dan in zijn Lonely Planet: Europe, Africa and Asia over deze rivieren en denkt: `Geez, The Big Rivers. I definitely have to visit them. I lóve adventure!´