Woef!

De conversatie met mijn tweejarige zoon verliep ook gisteren via ons standaard patroon:

´Max, kijk eens; een hondje. Hoe doet het hondje?`
`…`
´Maximilian? Hondje! Wat zegt het hondje?´
`…`
Woef, woef, woef. Zo doet het hondje. Woef, woef. Zeg maar: Woef, woef!`
´…´

Mijn zoon redt zich prima zonder woorden. Ieder gebruik van taal is hem vreemd. Bij door mij duidelijk gearticuleerde woorden als: `bal´,  `auto´ of `mama´, kijkt hij me glazig aan of breekt hij hooguit in schaterlachen uit. Mijn mond, wenkbrauwen en neus bewegen blijkbaar heel grappig, als ik duidelijk articuleer. Hiervan werd ik me overigens pas bewust, toen mijn achtarige zoon precies dezelfde woorden met precies dezelfde articulatie en – naar ik vrees – precies dezelfde mimiek gebruikte.

De moeders om mij heen beginnen zich langzaam wat zorgen te maken over de zwijgzaamheid van mijn zoon. Dit uit zich in opmerkingen als: `Had ik al verteld dat er bij ons om de hoek een logopediste zit, die kinderen aan het praten krijgt onder hypnose?` Of het obligatoire: ´Bij kinderen die tweetalig opgroeien, duurt het altijd langer voordat ze gaan praten.` De beste vond ik deze van een buurvrouw: ´De tekkel van mijn therapeut was doof. Daardoor blafte hij nooit. Vier ooroperaties later keft hij dag en nacht door.` Ik weet niet wat mij het meest verbaasde: dat er therapeuten zijn die vrijwillig een vermogen uitgeven aan slapeloze nachten of dat er mensen zijn, die geld uitgeven aan zo´n therapeut en zich daar blijkbaar niet eens voor schamen!

Meestal hoor ik al het commentaar glimlachend aan en duw mijn zoon een banaan in de hand, terwijl ik hem verschoon; door het gebrek aan verbale communicatie, weet ik immers nooit of zijn huilen betekent, dat hij honger heeft of dat hij een droge Pamper wil.

Mijn verklaring voor de verlengde oerklankfase van Max is namelijk een geheel andere: mijn kind is hoogbegaafd. Uiteraard deel ik dit vermoeden met geen ander. Wat is stuitender dan zo´n bedenkelijk kijkende moeder die wanhopig verzucht, dat ze hoopt dat haar kind wel aansluiting bij zijn leeftijdsgenootjes vindt, nu hij ze intellectueel zover vooruit is. Op Frederik´s zesde verjaardag werd een vriendinnetje een uur eerder opgehaald, omdat ze nog naar Carmen ging. `Ja sorry,´ verontschuldigde de moeder zich: `We hadden de kaartjes al besteld en bovendien is Carmen Charlotte´s lievelingsopera. Naar welke opera luistert Frederik graag?´ Nu heeft dit voorbeeld op zich niets met hoogbegaafdheid te maken, maar wel alles met uitermate irritante moeders.

Bij ons ligt dat natuurlijk allemaal heel anders. Mijn kind is écht hoogbegaafd. En dat vind ik helemaal niet verontrustend. Wie wil nu dat zijn peuter als de eerste de beste idioot alles nakwekt wat hij hoort. Mijn zoon heeft gewoon al heel vroeg begrepen dat processen als verinnerlijking, contemplatie en reflectie uitermate zinvol zijn, voordat je aan een gesprek deelneemt.

Toen ik Max die avond instopte en in zijn oortje fluisterde dat hij mijn allerliefste kleine hondje is, keek hij me met grote ogen aan, nam de speen uit zijn mond en zei: `Woef!`

In ieder geval is mijn zoon geen dove tekkel.

Advertentie

2 gedachtes over “Woef!

    • Hallo Felice, dank voor je complimentje. Leuk te horen dat ik je aan het lachen heb gemaakt en dat je me blijft volgen. 🙂 Ik zal heel goed mijn best doen bij de volgende columns! Fijne dag in Ludwigsburg (stel ik me voor als mooi heuvelachtig…)! Martine

Graag je reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s